Antistedelijkheid als Blitzkrieg

verscheen eerder op Stadszaken.nl en Gebiedsontwikkeling.nu

 

Als een Blitzkrieg wordt het antistedelijk offensief uitgevoerd. NRC Handelsblad, Het Parool, Algemeen Dagblad en Stadszaken bombarderen ons de laatste weken met interviews met niet onbelangrijke personen in het ruimtelijk debat. Het meest rücksichtslos is Piet Adema van NVB, branchevereniging voor ontwikkelaars en bouwondernemers: “We moeten ons blijven focussen op de uitleglocaties, de locaties buiten steden en dorpen dus. Daar moeten nieuwe normale woonwijken komen, met eengezinswoningen”. Daar staat nogal wat: ‘moeten’, ‘buiten steden en dorpen’, ‘normale’. En we moeten volgens hem sowieso af van dat denken over de stad. De stad wordt overgewaardeerd.

De Rijksbouwmeester (Floris Alkemade), ik herhaal, de Rijksbouwmeester, stelt zonder blikken of blozen dat we met betrekking tot de sterke groei van Amsterdam moeten beseffen dat “de enorme druk op de stad die we nu kennen een paar jaar geleden niet herkend werd en over een paar jaar weer totaal anders kan zijn”. Dit is onomwonden fake news, want de hedendaagse triomf van steden is eind jaren ’90 van de vorige eeuw al voorspeld, en begin deze eeuw uitvoerig in vooral regionaal-economische onderzoeken beschreven en geduid. Tijdens de crisis constateerden we in Amsterdam ondanks die crisis een sterke groei van inwoners die smeekten om een woning. De gemiddelde woningbezetting nam snel toe, evenals het aantal illegale onder- of verhuuractiviteiten, en couch surfing in je eigen stad. De vraag was enorm, maar kon niet geeffectueerd worden doordat zowel de vragers als aanbieders financieel geremd werden om aan die vraag te voldoen. Ook toen stegen de prijzen enorm. De planologen wezen op die vraag en verordonneerden om te bouwen; de collega’s die te geldpotjes moesten beheren zagen een risico, en beoordeelden die vraag als niet effectief.  Een economische gefundeerde ruzie, maar iedereen, echt iedereen, behalve de Rijksbouwmeester dan, zag de groeiende vraag aankomen.Rijk en Rijksbouwmeester hielden zich van de domme. Als er toen gebouwd was, waren de prijzen wellicht een stuk lager, was de stad een stuk toegankelijker. Nu kan echt niemand er meer in.

“Zelfs Rem Koolhaas wil meer aandacht voor het Randland”, kopt forum Stadszaken.nl parmantig. Ja, als zelfs Rem Koolhaas het zegt, dan moeten Adema en Van Alkemade wel het gelijk aan hun kant hebben. Hoewel Rem Koolhaas in zijn interview wel degelijk een paar interessante punten bespreekt, moeten we zijn voorspellend karakter wat betreft de opleving van de periferie niet al te serieus nemen. Koolhaas voorspelde in de jaren ’90 het einde van de openbare ruimte omdat mensen digitaal contact met elkaar zouden zoeken, zowel in de sociale als in de werksfeer. Niets is minder waar gebleken.

Waarom deze negatieve houding ten opzichte van de stad? Piet Adema heeft natuurlijk belang bij lekker gemakkelijk sjabloontjes bouwen op door de overheid bouwrijp gemaakte weilanden, de wederopstanding van Friso de Zeeuw zullen we maar zeggen. Maar Koolhaas en Alkemade hebben statuur. Ondanks dat etaleren ze een gebrek aan voor het ruimtelijk debat noodzakelijke economische kennis. Rem Koolhaas stelt dat de recente groei van steden het gevolg is van het rijksbeleid (Agenda Stad). Die Agenda Stad kwam er echter pas toen de glorietocht van steden allang begonnen was. Die glorietocht had en heeft niets te maken met beleid (bovendien, wat heeft die Agenda eigenlijk opgeleverd?), maar alles met de transitie van een postindustriële naar een kenniseconomie. Interactie en nabijheid zijn daarin de relevante ruimtelijk economische condities. It’s all economy!

 

Maar goed, Rem Koolhaas is een kunstenaar, en die mag dromen. Een Rijksbouwmeester mag dat niet, tenminste niet als hij zich serieus mengt in het stad-platteland debat. Volgens Alkemade moeten we blij zijn met onze ‘uiteen getrokken metropool’, waarbij de kwaliteit van leven gewaarborgd wordt. Echter, die uiteen getrokken metropool, met allemaal stadjes van rond de 100.000 inwoners, heeft ons meer kwaad dan goed gedaan. Daardoor is het door Alkemade verafgode Hollandse landschap ontstaan “van een open stad met enorme lege gebieden”. Ik lees momenteel Vital Little Plans. The Short Works of Jane Jacobs (2016), waarin Jabobs in essays uit de jaren ’50 sociaaleconomische argumenten aanvoert waarom steden met enorme lege gebieden een rem op de ontwikkeling van stad en stedeling vormen. Ze zou zich in haar graf omdraaien bij het lezen van de woorden van Alkemade. Nou moet ik van een Twitter connectie eens ophouden met het oprakelen van ‘die ouwe meuk van Jacobs’, dus verwijs ik graag naar recentere studies van het OECD  en The Economist Intelligence Unit (over de concurrentiepositie van Amsterdam): Amsterdam en haar agglomeratie vormen een sprawled city die daardoor een zwakke agglomeratiekracht kent. Jammer voor stad, regio en land. Dat moet verbeterd worden is het advies. De heren Alkemade, Koolhaas en Adema dragen daar zo hun steentje aan bij.

Gelukkig kent Nederland geen metropolen als Londen en Parijs, die het hele land ‘leegtrekken’, aldus Alkemade. Maar het VK mag zich in zijn handen knijpen met een metropool als Londen. Londen had door zijn omvang en diversiteit altijd al een gevarieerde economie die zich kon aanpassen aan (mondiale) veranderingen. Dat gold niet voor Liverpool, Manchester, Birmingham, Leeds, Sheffield en ga zo maar door. Allemaal ooit succesvolle, maar eenzijdige industriesteden die ten onder gingen bij het imploderen van de kolen- en staalindustrie. Londen houdt het VK op de been!

En dan het veel bezongen Eindhoven. Leuke stad om te zijn, met Strijp-S en omgeving erg spannend. Florerende campus. Zeker. Maar die campus is een positief spillover effect van de Philipsindustrie. Geweldig. Mooie samenwerking met de TU aldaar. Maar let wel op de woorden van Edgar van Leest, manager strategie van Brainport Development, die op een bijeenkomst van Ruimtevolk in 2016 wees op de geringe agglomeratiekracht van Eindhoven en omgeving. Het grote probleem van Eindhoven is dat er geen banen zijn voor de partners van de tech-werkers. Een eenzijdige economie wellicht? Dat blijkt een belangrijke negatieve vestigingsconditie. En voor het verzilveren van cultureel kapitaal gaan de Amerikaanse en Indiase expats naar Düsseldorf en Amsterdam. Profiteren van borrowed size? Den Bosch, Breda en Tilburg betekenen in dit opzicht niks voor Eindhoven, aldus Van Leest.

Een bombardement levert grote schade op. Maar steden, denk aan Berlijn, Warschau, München, komen er weer bovenop. Dat kost veel tijd, geld, en energie. En agglomeratiekracht.


Monique.Amkreutz schreef:

Jaren geleden woonde ik nog in Heerlen. Toen al wist je dat het maankwartier er koste wat kost zou moeten komen. Lang voordat de crisis begon. Een prestige kwestie? Laten we hopen dat het Heerlen een stapje verder brengt. Ik betwijfel het!

André schreef:

Weet je Monique, als je niets doet gebeurt er ook niets…

Het helpt natuurlijk geen mallemoer om een deels leegstaand megaproject in een stad met bovenmatig veel laagstand te bouwen, wat gespeend is van functionaliteit en stedenbouwkundige kwaliteit. Huisman een architect? Alsof je Sven Cramer opstelt als spits van Barcelona Football Club………Doordrenkt van prestige, dit overbodige plan. Verder zal dat Mijnwater als energiemonopolie ook niet echt helpen. Pure geldverkwisting!

Komt nog bij dat de ontsluiting met de zuidzijde van de stad er niet komt omdat de beoogde hotelbelegger geen cent te makken heeft en het als doorverkoopobject heeft aangekocht met een lege B.V..

Amsterdam is uniek om zijn scheggen en wordt daar terecht voor geprezen. Niet aan morrelen zou ik zeggen. Of volkstuinen daar in thuishoren is inderdaad een terechte vraag. Maar dat betekent toch niet dat je die ruimte direct moet volbouwen? Natuurlijk blijft Groengebied Amstelland om de hoek liggen, maar toch ook weer iets verder en de verbinding wordt weer zwakker. Een groene Scheg die tot diep de bebouwing van Amsterdam in loopt heeft ongekende waarden. Toen ik in de Afrikaander buurt woonde kon ik langs de Amstel binnen tien minuten naar een boer fietsen voor verse melk. Onderweg reed ik door het groen en vergat de drukte van de stad terwijl ik de weidevogels hoorde. Amsterdam een stad die verbonden is met de veenweiden er omheen. Onbetaalbaar. Probeer dat beeld in stand te houden.

e van hagen schreef:

Zou je niet eerst eens gaan kijken voor je dit soort dingen over Amstelglorie schrijft? 40% van het park is openbaar, het heeft reeds meerdere buurtfuncties en of het natuur is?? Ga eens kijken.

Harrie schreef:

U draait de zaken om: De buurten rond de Van Woustraat zijn geen succes “dankzij de drukte van de Van Woustraat”, maar “ondanks de drukte van de Van Woustraat”.

Joop Moes schreef:

Als je op de kaart de groene scheg bekijkt zie je dat in de loop van vele jaren de groene scheg langzaamaan is opgeknabbeld (Overamstel 1 en Amstelkwartier).. Amstelglorie is nu met het Oeverbos de kop van de Amstelscheg geworden. Die kop afhakken is een doodzonde. Ook doet de stelling afbreuk aan de sociale functie van het volkstuinieren dat daar al 65 jaar plaats vindt en de populariteit van de bevolking (want de wachtlijst is met zo groot als het aantal tuinen). Dus afblijven van Amstelglorie.

Ja, de natuur met biodiversiteit in de Amstelscheg is inderdaad niet zo maar vervangbaar, zeker niet door een monotoon strookje kaalgeschoren gras evenwijdig aan de Amstel zoals op de foto hierboven te zien is.

Dat de Van Woustraat/Rijnstraat in bovenstaande tekst wordt bejubelt als prettige rustige voorbeeldstraat is mij een raadsel. De verkeerssituatie is zo problematisch dat de gemeente Amsterdam deze straat al jaren aan het verbeteren is. Het is een drukke straat met een tram en veel soorten verkeer. Tot de Utrechtsebrug is de straat onderdeel van Plus net fiets en over de brug Plus net auto.

Ik mis onderbouwing van de bewering dat het Volkstuincomplex Amstelglorie een rare groene vlek zou zijn.

J. Bret schreef:

Wat ik mij afvraag is waarom er niet rondom de volkstuin parken wordt gebouwd. Je kan de complexen iets meer als een park inrichten met hier en daar een verblijfruimte en ze als park incorporeren. Jeanine Bret.

Willem Boterman schreef:

Mooi Jos, ik heb ook van Jacques’ colleges genoten.

Agnes schreef:

Over Heerlen gesproken.
Toevallig een stukje station gezien… Verbaasd verwonderd!!!
Niet veel tijd.maar kwam bewust
een keer terug om te kijken.
En was erg onder de indruk over
Zo veel schoonheid prachtig.
Ging zitten op het oude café dat er mooi verzorgd uit zag, en genoot, al pratende met enkele toevallige medebewonderaars.
Daarna wandelend door de straat
Waar etalages en niets er verzorgd uit zag waar een onderneemster mij bijna kwaad
aan keek om dat ik het waagde
Het station mooi te vinden.
Dat was 2019 20 ik weet niet hoe het nu is???
Maar ik hoop nog vaak zoiets moois te zien wat m’n hart raakt.


Geef een reactie

Uw e-mail adres wordt niet gepubliceerd