Discriminatie en segregatie

verscheen eerder op ROMagazine.nl

Is er in Nederland sprake van structurele discriminatie? De kranten staan er bol van, de experts op t.v. zijn niet aan te slepen, sociale media exploderen. Voetballen in georganiseerd verband is een stoomcursus geografie: door jarenlang de voetbalvelden van stad en regio te betreden krijg je, naast topografische kennis van je omgeving, ook inzicht in het profiel van de clubs en de verwevenheid met de plekken waar de velden liggen. Ik heb jaren gevoetbald, enkele jaren in een Surinaams team, waarvan we met vier blanke studenten deel uitmaakten. Heerlijke tijd, één keer kampioen geworden, met kampioensfeest in de Bijlmer. Maar ook een enkele keer zware vormen van discriminatie meegemaakt, waarbij in één geval een Surinaamse teamgenoot in elkaar geslagen is door teamleden van een ploeg bestaande uit ‘autochtone’ Amsterdamse taxichauffeurs. Geen houden aan, begeleid door de meest weerzinwekkende discriminerende verwensingen. Discriminatie bestaat, ook in Nederland, daarvan hoeft niemand me te overtuigen. En de voetballerij is niet veel veranderd, heb ik de stellige indruk.

In de NRC van afgelopen zaterdag verhaalt Robert Vuijsje over zijn twaalfjarig zoontje dat speelt op een onderhoudsstellage nabij zijn woning in Amsterdam, Amsterdam Zuid wel te verstaan. Het zoontje ‘ziet er Marokkaans uit’, aldus Vuijsje. Plots een buurtbewoner die zijn windbuks op de jongen richt met de woorden “jij hoort hier niet”. Terechte commotie alom, mediation, en de verontschuldiging van de buurtbewoner dat hij bang was voor inbrekers. ‘Het had niets met de huidskleur van Vuijsjes zoon te maken’. Een schoolvoorbeeld van etnisch profileren, en bezopen dat je een wapen richt op een jonge jongen. Maar, had de man hetzelfde gedaan als het voorval plaats zou hebben gevonden in de Oude Pijp, een vooroorlogse wijk in Amsterdam waar de bevolking bestaat uit een mix aan etniciteit, opleidings- en inkomensniveau?

Ik weet het niet, want ik ken die man niet, maar ik acht de kans beduidend kleiner omdat een belangrijk ‘motief’ ontbreekt: in de Oude Pijp hoort een Marokkaans uitziende jongen van 12 er namelijk wel degelijk (bij).

Discriminatie heeft een ruimtelijke component: menging, of vanuit een ander perspectief, segregatie. In de naoorlogse uitbreidingswijken heeft zich, minder manifest dan in bijvoorbeeld de Franse banlieues, maar wel degelijk sluipenderwijs toenemend, een proces van segregatie voorgedaan. De naoorlogse woonwijken uit de functionalistische bouwperiode zijn niet interessant voor stedelijk georiënteerde huishoudens, en zij die het zich kunnen permitteren verkiezen meer gemengde woonbuurten. Dat resulteert erin dat mensen met minder keuzemogelijkheden (niet-westerse migranten, laag opgeleiden, langdurig werklozen) zijn aangewezen op deze ongewilde plekken. Bijgevolg ontstaan probleemcumulatiegebieden, gekenmerkt door schooluitval, criminaliteit, gezondheidsproblemen, nog hogere werkloosheid, nog onaantrekkelijkere woonwijken enzovoort. Dit werkt etnisch profileren in de hand!!

In probleemcumulatiegebieden wordt talent veel minder snel ontdekt, en als het al ontdekt wordt slecht onderwezen, en als het al goed onderwezen wordt slecht voorbereid op de arbeidsmarkt omdat het economisch leven in die woonbuurten amper ontwikkeld is. Het talent verdampt. Etnisch profileren en verdampend talent is een uiterst giftige combinatie!

Daar kunnen, nee moeten wij als ruimtelijke ordenaars iets aan doen. Wat dan? Ten eerste weg blijven uit politiek correctie maar polariserende discussies. Ten tweede vanuit sociaaleconomisch perspectief vol inzetten op menging van bevolkingstypen en functies. Ten derde de naoorlogse gebieden zo snel en goed mogelijk aansluiten (qua ontwerp, programma, o.v.-verbindingen en stadsstraten) op de vooroorlogse stad.

Het eerste is de laatste weken buitengewoon moeilijk gebleken, blijkens sociale media. Het tweede is in ons werkveld en op academisch niveau nog steeds onderwerp van discussie. Het derde stuit hardnekkig op weerstand van erfgoedspecialisten en gentrification verfoeiers. Nog steeds, en aan de orde van de dag.

Gebrek aan tolerantie vindt zijn oorsprong in het feit dat we elkaar niet zien in het leven van alledag, is een belangrijk topic van de sociologe Lyn Lofland. De probleemcumulatiegebieden in de functionalistisch ontworpen monofunctionele woongebieden vormen bovendien de basis voor discriminatie op grond van etnisch profileren.

Ruimtelijke condities spelen een bepalende rol. En nou niet aankomen met het verwijt van fysische determinisme. Snel aan de slag.

 


Monique.Amkreutz schreef:

Jaren geleden woonde ik nog in Heerlen. Toen al wist je dat het maankwartier er koste wat kost zou moeten komen. Lang voordat de crisis begon. Een prestige kwestie? Laten we hopen dat het Heerlen een stapje verder brengt. Ik betwijfel het!

André schreef:

Weet je Monique, als je niets doet gebeurt er ook niets…

Het helpt natuurlijk geen mallemoer om een deels leegstaand megaproject in een stad met bovenmatig veel laagstand te bouwen, wat gespeend is van functionaliteit en stedenbouwkundige kwaliteit. Huisman een architect? Alsof je Sven Cramer opstelt als spits van Barcelona Football Club………Doordrenkt van prestige, dit overbodige plan. Verder zal dat Mijnwater als energiemonopolie ook niet echt helpen. Pure geldverkwisting!

Komt nog bij dat de ontsluiting met de zuidzijde van de stad er niet komt omdat de beoogde hotelbelegger geen cent te makken heeft en het als doorverkoopobject heeft aangekocht met een lege B.V..

Amsterdam is uniek om zijn scheggen en wordt daar terecht voor geprezen. Niet aan morrelen zou ik zeggen. Of volkstuinen daar in thuishoren is inderdaad een terechte vraag. Maar dat betekent toch niet dat je die ruimte direct moet volbouwen? Natuurlijk blijft Groengebied Amstelland om de hoek liggen, maar toch ook weer iets verder en de verbinding wordt weer zwakker. Een groene Scheg die tot diep de bebouwing van Amsterdam in loopt heeft ongekende waarden. Toen ik in de Afrikaander buurt woonde kon ik langs de Amstel binnen tien minuten naar een boer fietsen voor verse melk. Onderweg reed ik door het groen en vergat de drukte van de stad terwijl ik de weidevogels hoorde. Amsterdam een stad die verbonden is met de veenweiden er omheen. Onbetaalbaar. Probeer dat beeld in stand te houden.

e van hagen schreef:

Zou je niet eerst eens gaan kijken voor je dit soort dingen over Amstelglorie schrijft? 40% van het park is openbaar, het heeft reeds meerdere buurtfuncties en of het natuur is?? Ga eens kijken.

Harrie schreef:

U draait de zaken om: De buurten rond de Van Woustraat zijn geen succes “dankzij de drukte van de Van Woustraat”, maar “ondanks de drukte van de Van Woustraat”.

Joop Moes schreef:

Als je op de kaart de groene scheg bekijkt zie je dat in de loop van vele jaren de groene scheg langzaamaan is opgeknabbeld (Overamstel 1 en Amstelkwartier).. Amstelglorie is nu met het Oeverbos de kop van de Amstelscheg geworden. Die kop afhakken is een doodzonde. Ook doet de stelling afbreuk aan de sociale functie van het volkstuinieren dat daar al 65 jaar plaats vindt en de populariteit van de bevolking (want de wachtlijst is met zo groot als het aantal tuinen). Dus afblijven van Amstelglorie.

Ja, de natuur met biodiversiteit in de Amstelscheg is inderdaad niet zo maar vervangbaar, zeker niet door een monotoon strookje kaalgeschoren gras evenwijdig aan de Amstel zoals op de foto hierboven te zien is.

Dat de Van Woustraat/Rijnstraat in bovenstaande tekst wordt bejubelt als prettige rustige voorbeeldstraat is mij een raadsel. De verkeerssituatie is zo problematisch dat de gemeente Amsterdam deze straat al jaren aan het verbeteren is. Het is een drukke straat met een tram en veel soorten verkeer. Tot de Utrechtsebrug is de straat onderdeel van Plus net fiets en over de brug Plus net auto.

Ik mis onderbouwing van de bewering dat het Volkstuincomplex Amstelglorie een rare groene vlek zou zijn.

J. Bret schreef:

Wat ik mij afvraag is waarom er niet rondom de volkstuin parken wordt gebouwd. Je kan de complexen iets meer als een park inrichten met hier en daar een verblijfruimte en ze als park incorporeren. Jeanine Bret.

Willem Boterman schreef:

Mooi Jos, ik heb ook van Jacques’ colleges genoten.

Agnes schreef:

Over Heerlen gesproken.
Toevallig een stukje station gezien… Verbaasd verwonderd!!!
Niet veel tijd.maar kwam bewust
een keer terug om te kijken.
En was erg onder de indruk over
Zo veel schoonheid prachtig.
Ging zitten op het oude café dat er mooi verzorgd uit zag, en genoot, al pratende met enkele toevallige medebewonderaars.
Daarna wandelend door de straat
Waar etalages en niets er verzorgd uit zag waar een onderneemster mij bijna kwaad
aan keek om dat ik het waagde
Het station mooi te vinden.
Dat was 2019 20 ik weet niet hoe het nu is???
Maar ik hoop nog vaak zoiets moois te zien wat m’n hart raakt.


Geef een reactie

Uw e-mail adres wordt niet gepubliceerd