Flexibel werken is als studeren

verscheen in november op ROMagazine.nl

Wie regelmatig op de weg zit merkt dat het wegverkeer de laatste weken flink is toegenomen en dat aantal en omvang van de files weer groter worden. Wie bijvoorbeeld regelmatig Eindhoven moet ronden weet dat het verkeer daar op bijna alle momenten van de dag en week stuwt. Dat zegt iets over de economische potentie van Eindhoven, maar het zegt ook iets over de adaptatie van ‘thuis werken’. Natuurlijk kan niet iedereen thuis werken, maar de aard van de Nederlandse en met name stedelijke economieën is toch dat een substantieel aandeel van het werk thuis plaats kan vinden.

Waarom wordt de in corona tijden ontdekte gemakkelijke keuze om thuis te werken wat aarzelend omarmd? Thuis werken heeft immers vele voordelen: hogere productiviteit, minder tijdrovend woon-werk verkeer, minder uitstoot en meer zelfbeschikking over de dagindeling. Daar zijn een aantal redenen voor aan te geven: leeftijd, huishoudensamenstelling, woonsituatie, en de al genoemde aard van het werk.
Maar er is nog een ander zeer relevant aspect dat The Economist over het voetlicht bracht: de rol van managers (Why executives like the office, 6 november 2021). Er worden drie verklaringen voor het terugkeren naar kantoor aan managers toegedicht: een cynische, een gangbare en een onderschatte.
De eerste betreft de status van managers. Die is in mooiere kamers, op hogere verdiepingen, en met hoogpoliger tapijt veel voelbaarder voor de ondergeschikten. Dat is wat anders dan Zoom conferences waar het enig machtsmiddel van de manager is dat hij anderen ‘on mute’ kan zetten.
Een tweede, serieuzere, is dat managers de overtuiging hebben dat werken op kantoor het ‘corporate community’ gevoel bevordert en het creatieve proces stimuleert. Dat is ontegenzeggelijk waar. Maar ‘digital first’ (zoals bijvoorbeeld de RABO tijdens de corona hoogtijdagen structureel geïntroduceerd heeft) betekent niet ‘never in person’. Er zijn genoeg werkzaamheden die thuis uitgevoerd kunnen worden zonder dat dit het interactieproces hoeft te dwarsbomen of het corporate gevoel te ondermijnen, aldus The Economist.
De onderschatte verklaring is dat managers hun eigen succesvolle carrière juist toedichten een hun permanente aanwezigheid op de werkvloer. Zij zijn de laatsten die aanwezigheid op  kantoor in twijfel zullen trekken. Zo ging dat namelijk in pré-corona tijden. Dit is een serieus en structureel probleem dat nieuwe inzichten van en aanpassingen door het management in de weg staat.

Terwijl ‘remote work’ toch niet echt iets nieuws is en zelfs niet noodzakelijkerwijs verbonden is met een snel digitaliserende wereld. Al eerder schreef ik op dit platform dat in het begin van het industrialisatieproces, de vroege jaren van 1800 met een overwegend agrarische economie, meer dan 40 procent van de totale Amerikaanse beroepsbevolking vanuit huis werkte! Pas in 1914 werkte de meerderheid daarvan in een kantoor of fabriek. Maar ook tijdens de studententijd, ‘toen’ en in het huidige digitale tijdperk,  werken studenten ‘remote’ en flexibel. College en werkgroepen op de universiteit, werken aan opdrachten thuis of in bieb of Starbucks, creatieve momenten met medestudenten of derden in het park of in de kroeg. Op welk moment van de dag dan ook. Als je de deadline maar haalt, alles onder eigen verantwoordelijkheid. Veel verschil met geïnstitutionaliseerd thuiswerken is er niet.
Een belangrijke ruimtelijke vereiste daarvoor is dan tevens een noodzakelijk: je moet dicht bij universiteit (kantoor) en medestudenten (collega’s) wonen. Wonen op afstand is voor studie en werk meer dan suboptimaal!


Monique.Amkreutz schreef:

Jaren geleden woonde ik nog in Heerlen. Toen al wist je dat het maankwartier er koste wat kost zou moeten komen. Lang voordat de crisis begon. Een prestige kwestie? Laten we hopen dat het Heerlen een stapje verder brengt. Ik betwijfel het!

André schreef:

Weet je Monique, als je niets doet gebeurt er ook niets…

Het helpt natuurlijk geen mallemoer om een deels leegstaand megaproject in een stad met bovenmatig veel laagstand te bouwen, wat gespeend is van functionaliteit en stedenbouwkundige kwaliteit. Huisman een architect? Alsof je Sven Cramer opstelt als spits van Barcelona Football Club………Doordrenkt van prestige, dit overbodige plan. Verder zal dat Mijnwater als energiemonopolie ook niet echt helpen. Pure geldverkwisting!

Komt nog bij dat de ontsluiting met de zuidzijde van de stad er niet komt omdat de beoogde hotelbelegger geen cent te makken heeft en het als doorverkoopobject heeft aangekocht met een lege B.V..

Amsterdam is uniek om zijn scheggen en wordt daar terecht voor geprezen. Niet aan morrelen zou ik zeggen. Of volkstuinen daar in thuishoren is inderdaad een terechte vraag. Maar dat betekent toch niet dat je die ruimte direct moet volbouwen? Natuurlijk blijft Groengebied Amstelland om de hoek liggen, maar toch ook weer iets verder en de verbinding wordt weer zwakker. Een groene Scheg die tot diep de bebouwing van Amsterdam in loopt heeft ongekende waarden. Toen ik in de Afrikaander buurt woonde kon ik langs de Amstel binnen tien minuten naar een boer fietsen voor verse melk. Onderweg reed ik door het groen en vergat de drukte van de stad terwijl ik de weidevogels hoorde. Amsterdam een stad die verbonden is met de veenweiden er omheen. Onbetaalbaar. Probeer dat beeld in stand te houden.

e van hagen schreef:

Zou je niet eerst eens gaan kijken voor je dit soort dingen over Amstelglorie schrijft? 40% van het park is openbaar, het heeft reeds meerdere buurtfuncties en of het natuur is?? Ga eens kijken.

Harrie schreef:

U draait de zaken om: De buurten rond de Van Woustraat zijn geen succes “dankzij de drukte van de Van Woustraat”, maar “ondanks de drukte van de Van Woustraat”.

Joop Moes schreef:

Als je op de kaart de groene scheg bekijkt zie je dat in de loop van vele jaren de groene scheg langzaamaan is opgeknabbeld (Overamstel 1 en Amstelkwartier).. Amstelglorie is nu met het Oeverbos de kop van de Amstelscheg geworden. Die kop afhakken is een doodzonde. Ook doet de stelling afbreuk aan de sociale functie van het volkstuinieren dat daar al 65 jaar plaats vindt en de populariteit van de bevolking (want de wachtlijst is met zo groot als het aantal tuinen). Dus afblijven van Amstelglorie.

Ja, de natuur met biodiversiteit in de Amstelscheg is inderdaad niet zo maar vervangbaar, zeker niet door een monotoon strookje kaalgeschoren gras evenwijdig aan de Amstel zoals op de foto hierboven te zien is.

Dat de Van Woustraat/Rijnstraat in bovenstaande tekst wordt bejubelt als prettige rustige voorbeeldstraat is mij een raadsel. De verkeerssituatie is zo problematisch dat de gemeente Amsterdam deze straat al jaren aan het verbeteren is. Het is een drukke straat met een tram en veel soorten verkeer. Tot de Utrechtsebrug is de straat onderdeel van Plus net fiets en over de brug Plus net auto.

Ik mis onderbouwing van de bewering dat het Volkstuincomplex Amstelglorie een rare groene vlek zou zijn.

J. Bret schreef:

Wat ik mij afvraag is waarom er niet rondom de volkstuin parken wordt gebouwd. Je kan de complexen iets meer als een park inrichten met hier en daar een verblijfruimte en ze als park incorporeren. Jeanine Bret.

Willem Boterman schreef:

Mooi Jos, ik heb ook van Jacques’ colleges genoten.

Agnes schreef:

Over Heerlen gesproken.
Toevallig een stukje station gezien… Verbaasd verwonderd!!!
Niet veel tijd.maar kwam bewust
een keer terug om te kijken.
En was erg onder de indruk over
Zo veel schoonheid prachtig.
Ging zitten op het oude café dat er mooi verzorgd uit zag, en genoot, al pratende met enkele toevallige medebewonderaars.
Daarna wandelend door de straat
Waar etalages en niets er verzorgd uit zag waar een onderneemster mij bijna kwaad
aan keek om dat ik het waagde
Het station mooi te vinden.
Dat was 2019 20 ik weet niet hoe het nu is???
Maar ik hoop nog vaak zoiets moois te zien wat m’n hart raakt.


Geef een reactie

Uw e-mail adres wordt niet gepubliceerd