Hamburg aan het IJ

(verscheen 13 juni op ROMagazine.nl)

 

Woensdag 30 mei verscheen de Atlas voor gemeenten 2018. Elk jaar weer een heuglijk moment voor een Nederlandse stadsgeograaf. De 50 grootste Nederlandse steden staan in die atlas keurig geordend naar een aantal kenmerken. Amsterdam komt maar liefst vier keer voor in de rangschikking naar woonaantrekkelijkheid. Onder haar eigen naam staat Amsterdam eerste, onder de namen Utrecht, Amstelveen en Haarlem op de respectievelijke plaatsen twee, drie en vier. Wat betreft werkgelegenheid en werkgelegenheidsontwikkeling staat de hoofdstad fier op de eerste plek. Het is dan ook niet gek dat qua sociaaleconomische ontwikkeling Amsterdam nummer één is en dat deze stad met Amstelveen de lijst aanvoert van steden geordend naar bereikbaarheid van banen. Dat verklaart ook waarom Amsterdam in absolute aantallen de sterkste bevolkingstoename had in het afgelopen jaar (en de jaren daarvoor). Toegegeven, Amsterdam moet de eer als stad waar je het lekkerst kunt eten aan Maastricht laten (op de culinaire index staat de stad aan de Amstel op de tweede plaats). En ja, op een aantal lijstjes bungelt ze onderaan. Wat betreft het aandeel werkloosheid onder niet-westerse migranten staat de stad op de 44ste plek (in nummer één Leeuwarden is de situatie onder deze groep het beroerdst), en 36ste als het gaat om fileleed (Almere is koploper qua verlies aan reistijd als gevolg van files).

De nuchtere analyse van de auteurs van de Atlas zou tot stralende gezichten moeten leiden op het Binnenhof. Zeker als de cijfers in internationale context worden geplaatst. Op de vele lijstjes van succesvolle steden in de wereld pronkt steevast de naam Amsterdam. Ooit de wereldstad (Gouden Eeuw), nu een illuster lid van de mondiale steden die er toe doen. Die vrolijke gezichten heb ik (nog) niet gezien.

Dat het zo goed gaat met Amsterdam is het gevolg van de eeuwenlang opgebouwde agglomeratiekracht. Er wonen en werken veel en veel verschillende mensen dicht op elkaar. Dat zorgt voor de traditionele lokalisatie- en urbanisatievoordelen, maar ook voor de in de kenniseconomie zeer belangrijke voordelen van sharing (het delen van voorzieningen en diensten), matching (het gemakkelijk kunnen vinden van geschikte arbeidskrachten en geschikte banen) en learning.

Overigens is die Amsterdamse agglomeratiekracht zeer fragiel. Het ruimtelijk beleid in Nederland van na de oorlog (overloopbeleid, gebundelde deconcentratie, VINEX) heeft de potentiële agglomeratiekracht van de stad sterk aangevreten. Internationale denktanks waarschuwen Amsterdam hier dan ook voor: versterk uw agglomeratiekracht! Onze rijksbouwmeester vindt dit dan weer flauwekul, en komt met tegenovergestelde ideeën. Ook Den Haag is niet zo hoofdstad minded.

De afgelopen jaren was de natuurlijke aanwas zowel als de binnenlandse en buitenlandse migratie in Amsterdam positief. Doordat de woningproductie de sterke vraag naar stedelijk wonen niet aankan, is de binnenlandse migratie de laatste twee jaren weer negatief. Men komt de stad niet in, en verdere stappen in de woon carrière zijn bijna onmogelijk. Dit negatieve saldo is een graadmeter voor het verlies aan agglomeratiekracht.

Wat heeft Hamburg hier mee te maken? Veel! Een wandeling door Hafen City laat zien dat in het Oostelijk Havengebied van Amsterdam in nog hogere dichtheden gebouwd had moeten bouwen. Hafen City maakt duidelijk dat de openbare ruimte nog meer als interactiemilieu kan fungeren. Hafen City is het bewijs daarvoor dat de transformatie van werkgebieden naar intensief gemengde woon-werkmilieus met centrumstedelijke voorzieningen wel degelijk mogelijk is.

Het gebied dat nu Hafen City heet werd in 1943 voor ongeveer de helft weggevaagd. Een groot deel van de pakhuizen (karakteristieke bakstenen gebouwen) werd steen voor steen weer opgebouwd. Later werd een aantal pakhuizen getransformeerd tot woningen, bedrijven, en vrijetijdsvoorzieningen. Daaraan werden recent appartementencomplexen in zeer hoge dichtheid toegevoegd. Hamburg heeft 1,8 miljoen inwoners. Het is een metropool met de omvang die planoloog Zef Hemel de hoofdstad toevertrouwt. En terecht. De economie in Hamburg is, hoe kan het ook anders, booming.

De federale overheid steunt de stad Hamburg. Symbolisch hiervoor is de Elbphilharmony, de gloednieuwe concertzaal gebouwd in Hafen City. De basis is een oud bakstenen Speicherhaus met een moderne in glas afgewerkte bovenbouw. De gebogen dakvorm en binnenruimte met vele rondingen verwijzen zonder meer de barokke Michaeliskirche, eeuwenlang hèt oriëntatiepunt van Hamburg. De gekromde roltrap naar de Plaza is geïnspireerd door de oude voetgangerstunnel onder de rivier de Elbe. De Plaza is een gratis toegankelijke ontmoetingsplek ter hoogte van de overgang van baksteen naar glas met schitterend uitzicht over haven en stad. De Elbphilharmony is net zo Hamburgs als het oud en modern is. Het koste bijna 800 miljoen euro, met veel federaal geld. Maar ook voor de Duitse federale overheid is de stad het waard om in geïnvesteerd te worden.

 

Amsterdam zou zich meer aan Hamburg moeten spiegelen. De nationale overheid zich meer aan de Duitse. Het uitbouwen van Amsterdam tot een metropool vraag veel investeringskosten (openbaar vervoer, bouwkosten, voorzieningen). De revenuen als gevolg van de versterkte agglomeratiekracht zullen een veelvoud zijn.

 


Monique.Amkreutz schreef:

Jaren geleden woonde ik nog in Heerlen. Toen al wist je dat het maankwartier er koste wat kost zou moeten komen. Lang voordat de crisis begon. Een prestige kwestie? Laten we hopen dat het Heerlen een stapje verder brengt. Ik betwijfel het!

André schreef:

Weet je Monique, als je niets doet gebeurt er ook niets…

Het helpt natuurlijk geen mallemoer om een deels leegstaand megaproject in een stad met bovenmatig veel laagstand te bouwen, wat gespeend is van functionaliteit en stedenbouwkundige kwaliteit. Huisman een architect? Alsof je Sven Cramer opstelt als spits van Barcelona Football Club………Doordrenkt van prestige, dit overbodige plan. Verder zal dat Mijnwater als energiemonopolie ook niet echt helpen. Pure geldverkwisting!

Komt nog bij dat de ontsluiting met de zuidzijde van de stad er niet komt omdat de beoogde hotelbelegger geen cent te makken heeft en het als doorverkoopobject heeft aangekocht met een lege B.V..

Amsterdam is uniek om zijn scheggen en wordt daar terecht voor geprezen. Niet aan morrelen zou ik zeggen. Of volkstuinen daar in thuishoren is inderdaad een terechte vraag. Maar dat betekent toch niet dat je die ruimte direct moet volbouwen? Natuurlijk blijft Groengebied Amstelland om de hoek liggen, maar toch ook weer iets verder en de verbinding wordt weer zwakker. Een groene Scheg die tot diep de bebouwing van Amsterdam in loopt heeft ongekende waarden. Toen ik in de Afrikaander buurt woonde kon ik langs de Amstel binnen tien minuten naar een boer fietsen voor verse melk. Onderweg reed ik door het groen en vergat de drukte van de stad terwijl ik de weidevogels hoorde. Amsterdam een stad die verbonden is met de veenweiden er omheen. Onbetaalbaar. Probeer dat beeld in stand te houden.

e van hagen schreef:

Zou je niet eerst eens gaan kijken voor je dit soort dingen over Amstelglorie schrijft? 40% van het park is openbaar, het heeft reeds meerdere buurtfuncties en of het natuur is?? Ga eens kijken.

Harrie schreef:

U draait de zaken om: De buurten rond de Van Woustraat zijn geen succes “dankzij de drukte van de Van Woustraat”, maar “ondanks de drukte van de Van Woustraat”.

Joop Moes schreef:

Als je op de kaart de groene scheg bekijkt zie je dat in de loop van vele jaren de groene scheg langzaamaan is opgeknabbeld (Overamstel 1 en Amstelkwartier).. Amstelglorie is nu met het Oeverbos de kop van de Amstelscheg geworden. Die kop afhakken is een doodzonde. Ook doet de stelling afbreuk aan de sociale functie van het volkstuinieren dat daar al 65 jaar plaats vindt en de populariteit van de bevolking (want de wachtlijst is met zo groot als het aantal tuinen). Dus afblijven van Amstelglorie.

Ja, de natuur met biodiversiteit in de Amstelscheg is inderdaad niet zo maar vervangbaar, zeker niet door een monotoon strookje kaalgeschoren gras evenwijdig aan de Amstel zoals op de foto hierboven te zien is.

Dat de Van Woustraat/Rijnstraat in bovenstaande tekst wordt bejubelt als prettige rustige voorbeeldstraat is mij een raadsel. De verkeerssituatie is zo problematisch dat de gemeente Amsterdam deze straat al jaren aan het verbeteren is. Het is een drukke straat met een tram en veel soorten verkeer. Tot de Utrechtsebrug is de straat onderdeel van Plus net fiets en over de brug Plus net auto.

Ik mis onderbouwing van de bewering dat het Volkstuincomplex Amstelglorie een rare groene vlek zou zijn.

J. Bret schreef:

Wat ik mij afvraag is waarom er niet rondom de volkstuin parken wordt gebouwd. Je kan de complexen iets meer als een park inrichten met hier en daar een verblijfruimte en ze als park incorporeren. Jeanine Bret.

Willem Boterman schreef:

Mooi Jos, ik heb ook van Jacques’ colleges genoten.

Agnes schreef:

Over Heerlen gesproken.
Toevallig een stukje station gezien… Verbaasd verwonderd!!!
Niet veel tijd.maar kwam bewust
een keer terug om te kijken.
En was erg onder de indruk over
Zo veel schoonheid prachtig.
Ging zitten op het oude café dat er mooi verzorgd uit zag, en genoot, al pratende met enkele toevallige medebewonderaars.
Daarna wandelend door de straat
Waar etalages en niets er verzorgd uit zag waar een onderneemster mij bijna kwaad
aan keek om dat ik het waagde
Het station mooi te vinden.
Dat was 2019 20 ik weet niet hoe het nu is???
Maar ik hoop nog vaak zoiets moois te zien wat m’n hart raakt.


Geef een reactie

Uw e-mail adres wordt niet gepubliceerd