Kom eens met een ander verhaal dat dat van de kenniseconomie!

verscheen eerder in ROMagazine.nl

 

De trek naar steden heeft alles met kenniseconomie te maken. Omdat om velerlei redenen te weinig gebouwd is de laatste jaren, zijn er in sommige steden, zoals ik in een eerder blog schreef, grote woningtekorten ontstaan. De woningmarkt in Amsterdam bijvoorbeeld is oververhit en wordt dan een aanbodmarkt. Nogal wiedes, beste Jos Feijtel, dat mensen die een woning zoeken in Amsterdam kiezen voor second best. Zoals vorige week in Bloomberg Review te lezen was: The Return to Sprawl Is More About Supply Than Demand. In de rest van Nederland, met name in de periferie, staan huizen leeg of worden afgebroken. De Nederlandse markt, een vraagmarkt, biedt nog genoeg woningen.

De transitie van een dienstverlenende naar een specifieke kenniseconomie is al vóór het uitkomen van The Rise of the Creative Class (2002) beschreven. Maar het was Richard Florida die in zijn spectaculaire boek de creatieve economie (lees kenniseconomie) agendeerde. Florida is beroemd geworden door het mooie boek, maar ook door zijn performances. Wie kent hem niet? Florida is ook berucht geworden, door vermeende correlaties (die hij zelf overigens niet als causaal zag), en door het uitmunten van zijn gedachten door elk stadje, hoe klein ook, te adviseren vooral creatievelingen aan te trekken. Daar maakte hij zich in de academische wereld, in mijn ogen terecht, niet geliefd mee.

Florida heeft gelijk gekregen (met zijn boek, minder in zijn performances). Dat is door meerdere auteurs, al dan niet schatplichtig aan hem, bevestigd. Enrico Moretti behoort niet tot de school van Florida, maar heeft in zijn The New Geography of Jobs (2013) de ruimtelijke gevolgen van de nieuwe economie beschreven (voor met name de Amerikaanse situatie, met af en toe een uitstapje naar Europa). Innovatieve bedrijvigheid creëert banen buiten de creatieve sector in een selecte groep steden. Die steden zijn de motoren van de economie. In zijn woorden: motor van de economie betekent dat een baan in een bepaalde sector extra banen schept!

De zakenman Florida speelt handig in op de nadelen van de ruimtelijke selectie in zijn nieuwe boek The New Urban Crisis (2017): sociale en ruimtelijke segregatie. Velen duiden die gevolgen, Florida (afhankelijk waar hij spreekt) ook, als een vergissing van zijn denken in 2002. Verkoopt goed.Net als bij zijn beroemdste boek zijn er weinigen die het laatste boek echt gelezen hebben. Daarin (ik ben halverwege) zegt Florida niet zozeer dat hij zich vergist heeft, als wel dat hij een belangrijk (neven)effect niet voorzien had: ruimtelijke uitsortering!! Uiterst belangrijk punt waarover Florida (ook nu weer) zinvolle dingen te melden heeft.

Maar zoals veel te vaak gaan bestuurders, politici en luie ambtenaren aan de haal met quotes over het boek uit al dan niet populistische kranten. Ze roepen met kerende post en vol bravoure op nu eens met een ander verhaal te komen dan dat van de kenniseconomie!Pardon? Ik ben geen verhalenverteller. Ik ben geograaf, en heb mede op basis van interessante boeken, lokale statistieken en schouwen in de stad een analyse gemaakt. En hebben collega’s niet al vaak geroepen dat als je kenniseconomie omarmt (is er een andere optie?), je je wel bewust moet zijn van het belang van nabijheid, gentrification, functiemix, gemengd wonen, kleinschalige bedrijfsruimten, nieuwe kantoren in de centrale delen van de stad, en wat dies meer zij. Als je dat niet doet krijg je uitwassen.

Die uitwassen zie je bijvoorbeeld in een van de meest succesvolle steden van de wereld: Londen. Omringd door aantrekkelijke woonmilieus ligt daar de wijk South Kilburn in de Borough of Brent.

Een omvangrijke concentratie van sociale woningbouw uit de jaren ’70 met momenteel rond de 60 procent van de bewoners die afhankelijk zijn van sociale uitkeringen, aldus een medewerker van de affordable housing projecten in Brent.

Als je het belang van de kenniseconomie al een ‘verhaal’ wil noemen, moeten wij dat verhaal of beter vertellen, of moet de toehoorder beter luisteren. Waarschijnlijk beide. Maar een ander ‘verhaal’ is er (voorlopig) niet.


Monique.Amkreutz schreef:

Jaren geleden woonde ik nog in Heerlen. Toen al wist je dat het maankwartier er koste wat kost zou moeten komen. Lang voordat de crisis begon. Een prestige kwestie? Laten we hopen dat het Heerlen een stapje verder brengt. Ik betwijfel het!

André schreef:

Weet je Monique, als je niets doet gebeurt er ook niets…

Het helpt natuurlijk geen mallemoer om een deels leegstaand megaproject in een stad met bovenmatig veel laagstand te bouwen, wat gespeend is van functionaliteit en stedenbouwkundige kwaliteit. Huisman een architect? Alsof je Sven Cramer opstelt als spits van Barcelona Football Club………Doordrenkt van prestige, dit overbodige plan. Verder zal dat Mijnwater als energiemonopolie ook niet echt helpen. Pure geldverkwisting!

Komt nog bij dat de ontsluiting met de zuidzijde van de stad er niet komt omdat de beoogde hotelbelegger geen cent te makken heeft en het als doorverkoopobject heeft aangekocht met een lege B.V..

Amsterdam is uniek om zijn scheggen en wordt daar terecht voor geprezen. Niet aan morrelen zou ik zeggen. Of volkstuinen daar in thuishoren is inderdaad een terechte vraag. Maar dat betekent toch niet dat je die ruimte direct moet volbouwen? Natuurlijk blijft Groengebied Amstelland om de hoek liggen, maar toch ook weer iets verder en de verbinding wordt weer zwakker. Een groene Scheg die tot diep de bebouwing van Amsterdam in loopt heeft ongekende waarden. Toen ik in de Afrikaander buurt woonde kon ik langs de Amstel binnen tien minuten naar een boer fietsen voor verse melk. Onderweg reed ik door het groen en vergat de drukte van de stad terwijl ik de weidevogels hoorde. Amsterdam een stad die verbonden is met de veenweiden er omheen. Onbetaalbaar. Probeer dat beeld in stand te houden.

e van hagen schreef:

Zou je niet eerst eens gaan kijken voor je dit soort dingen over Amstelglorie schrijft? 40% van het park is openbaar, het heeft reeds meerdere buurtfuncties en of het natuur is?? Ga eens kijken.

Harrie schreef:

U draait de zaken om: De buurten rond de Van Woustraat zijn geen succes “dankzij de drukte van de Van Woustraat”, maar “ondanks de drukte van de Van Woustraat”.

Joop Moes schreef:

Als je op de kaart de groene scheg bekijkt zie je dat in de loop van vele jaren de groene scheg langzaamaan is opgeknabbeld (Overamstel 1 en Amstelkwartier).. Amstelglorie is nu met het Oeverbos de kop van de Amstelscheg geworden. Die kop afhakken is een doodzonde. Ook doet de stelling afbreuk aan de sociale functie van het volkstuinieren dat daar al 65 jaar plaats vindt en de populariteit van de bevolking (want de wachtlijst is met zo groot als het aantal tuinen). Dus afblijven van Amstelglorie.

Ja, de natuur met biodiversiteit in de Amstelscheg is inderdaad niet zo maar vervangbaar, zeker niet door een monotoon strookje kaalgeschoren gras evenwijdig aan de Amstel zoals op de foto hierboven te zien is.

Dat de Van Woustraat/Rijnstraat in bovenstaande tekst wordt bejubelt als prettige rustige voorbeeldstraat is mij een raadsel. De verkeerssituatie is zo problematisch dat de gemeente Amsterdam deze straat al jaren aan het verbeteren is. Het is een drukke straat met een tram en veel soorten verkeer. Tot de Utrechtsebrug is de straat onderdeel van Plus net fiets en over de brug Plus net auto.

Ik mis onderbouwing van de bewering dat het Volkstuincomplex Amstelglorie een rare groene vlek zou zijn.

J. Bret schreef:

Wat ik mij afvraag is waarom er niet rondom de volkstuin parken wordt gebouwd. Je kan de complexen iets meer als een park inrichten met hier en daar een verblijfruimte en ze als park incorporeren. Jeanine Bret.

Willem Boterman schreef:

Mooi Jos, ik heb ook van Jacques’ colleges genoten.

Agnes schreef:

Over Heerlen gesproken.
Toevallig een stukje station gezien… Verbaasd verwonderd!!!
Niet veel tijd.maar kwam bewust
een keer terug om te kijken.
En was erg onder de indruk over
Zo veel schoonheid prachtig.
Ging zitten op het oude café dat er mooi verzorgd uit zag, en genoot, al pratende met enkele toevallige medebewonderaars.
Daarna wandelend door de straat
Waar etalages en niets er verzorgd uit zag waar een onderneemster mij bijna kwaad
aan keek om dat ik het waagde
Het station mooi te vinden.
Dat was 2019 20 ik weet niet hoe het nu is???
Maar ik hoop nog vaak zoiets moois te zien wat m’n hart raakt.


Geef een reactie

Uw e-mail adres wordt niet gepubliceerd