Ask the local gentry, and they will say it’s elementary
Frank Sinatra (Sammy Cahn)
Binnen de stadssociologie en –geografie is er geen term zo beladen als gentrification. De voor- en tegenstanders beschuldigen elkaar van politieke correctheid respectievelijk elitair marktdenken. De scheidslijn wordt grotendeels gevormd door academisch actief aan de ene, en werkzaam in de beleidssfeer aan de andere kant. Verdere inkleuring is mogelijk door ‘rood’ (politiek links) voor tegenstanders, en ‘niet rood’ voor de andere groep. En eigenlijk kun je ook een indeling maken naar wandelaars en niet-wandelaars. De niet-wandelaars bedenken de realiteit, de wandelaars zien de realiteit.
De voordelen van gentrification
Waarom is gentrification slecht? Simpel: de hippe, hoog opgeleide en veelal op de stad georiënteerde jongeren verdrijven de arme sloeber uit zijn woning en bezoeken diens buurtkroeg niet zodat deze vervangen wordt door de zoveelste yuppen-koffietent of lounge bar.
Waarom is gentrification goed? Omdat bovenstaande redenering daadwerkelijk te simpel is. De academische tegenstanders beroepen zich vooral op Angelsaksische literatuur die tot voor kort inderdaad schrijnende voorbeelden van verdringing aan het licht bracht. Maar zelfs in de VS blijkt in de recente re-urbanisatie geen sprake meer te zijn van verdringing (The Economist, 21 februari 2015). Mensen blijven in de stad. Ze trekken de stad niet meer uit, ook niet als er sprake is van gezinsuitbreiding. En die blijvers zijn vandaag de dag inderdaad hoog opgeleid. De stad kent een economische transitie, haar bevolking verandert, het voorzieningenprofiel past zich daarop aan.
In Nederland is bovendien sprake van stevige huurbescherming. Daarbij komt dat bij renovatie van aantrekkelijke locaties in de stad een deel van de oorspronkelijke bevolking (vuistregel ongeveer 25 procent) van de gelegenheid gebruik maakt om te verhuizen. Vrijwillig, en deels gefinancierd door de renoverende ontwikkelaar (meestal woningcorporaties) en de overheid: They take the money and run.
Niet gentrification, maar ruimtelijke concentratie van armoede is het probleem
De stad is economisch en sociaal zo aantrekkelijk geworden dat mensen zich verdringen om woningen die in een gemengd centrummilieu liggen. Dat stuwt de prijzen op, en prijst de minder draagkrachtigen uit de markt. Dat is zeker waar. Maar betekent dit dat we de gentrifiers de toegang tot aantrekkelijk woonmilieus dan maar moeten ontzeggen, of dat we simpelweg meer centrumstedelijke en dus gemengde woon-werkomgevingen moeten realiseren? En om u te helpen het antwoord te formuleren: dat laatste is mogelijk (zie de recente Plan Amsterdam #2-2015: Designing the 21st Century City.
Gentrification biedt naast een (vaak particuliere) investering in de kwaliteit van de stad nog andere voordelen. Het creëert banen, de mondigheid van de buurt wordt vergroot, WOZ-waarden stijgen waardoor de OZB-inkomsten voor de stad toenemen, en het draagvlak voor voorzieningen verruimt. Kortom, om de voormalige New Yorkse burgemeester Bloomberg te citeren: Gentrifiers pay the bills!
Nee, niet gentrification is het probleem, maar de ruimtelijke concentratie van armoede. Laten de academici, ruimtelijke ordenaars en bestuurders daar eens een fiks robbertje over vechten. Hoezeer Michael Sorkin in zijn prachtige Twenty Minutes in Manhattan ook fulmineert tegen gentrification, in tegenstelling tot vele tegenstanders verliest hij niet uit het oog dat ‘the real problem is not who inhabits the gentrified environment … but who is left out of the mix”!
Jaren geleden woonde ik nog in Heerlen. Toen al wist je dat het maankwartier er koste wat kost zou moeten komen. Lang voordat de crisis begon. Een prestige kwestie? Laten we hopen dat het Heerlen een stapje verder brengt. Ik betwijfel het!