Is ‘tuinstadjes maken’ de nieuwe ontwerpopgave?
verscheen eerder op ROMagazine.nl
Nederland is geen dichtbevolkt land, maar een dunbevolkte stad, wat betekent dat Nederland (sociaal)economisch suboptimaal presteert als gevolg van gebrekkige agglomeratiekracht. Agglomeratiekracht bestaat uit de voordelen van concentratie en specialisatie van bedrijvigheid, omvang en veelsoortigheid van bevolking, het delen van voorzieningen en diensten, het gemakkelijke matching van arbeidspotentieel en aanbod banen, en het uitwisselen van kennis.
De bekende Amerikaanse econoom Paul Krugman heeft in dit verband gewezen op de nadelige sociaaleconomische effecten van suburbane woningbouw in de VS, en het Planbureau voor de Leefomgeving heeft er voor Nederland uitspraken over gedaan. Een recent advies van de OESO aan Amsterdam is zelfs om stevig te verdichten en sprawl tegen te gaan.
Daarom zijn Nederlandse steden flink aan de slag gegaan met binnenstedelijke woningbouwprojecten (in een enkel geval bestaan die projecten uit hoogbouwaccenten). Gemakkelijk is dat niet, gezien de enorme ambities wat betreft duurzaamheid, de stikstof en pfas-problematiek, en de personele krapte op de bouwmarkt. Kortom, het scheppen van duurzame en economische sterke steden gaat van au. Maar hoe dan ook, het ontslaat ons niet van de maatschappelijke verplichting om duurzame steden te ontwikkelen die economisch floreren.
Het helpt dan niet als Friso de Zeeuw in NRC Handelsblad spreekt van torenwoekering (?) in Nederland. Nou is het algemeen bekend dat De Zeeuw en zijn paladijnen een hekel hebben aan het bouwen van woningen binnen de grenzen van bestaande steden. Maar in zijn beargumentering slaat hij toch echt de plank mis. Wat is er aan de hand?
Torenwoekering, aldus De Zeeuw, berust op drie misverstanden. De eerste is dat de toename van oudere alleenstaanden de bouw van nog meer kleine appartementen nodig maakt. Volgens De Zeeuw zijn ouderen echter honkvast en verkiezen ze beslist geen stadsappartement boven hun (veelal) eengezinswoning. Klopt dit? Nou nee! Zeker zijn ouderen honkvast, maar vooral omdat ze geen kant op kunnen op de huidige oververhitte woningmarkt. In de NRC van een dag later staat de frustrerende rondgang van emptynesters op de randstedelijke woningmarkt beschreven. Uiteindelijk lukt het: een appartement in Den Haag, met een rijk voorzieningenpakket om de hoek (NRC Handelsblad 11 januari: Zes keer een bod gedaan, nog steeds geen huis). Uit gesprekken met grote verhuurders van huurwoningen in de vrije sector blijkt juist enorme belangstelling te bestaan onder ouderen voor stedelijke appartementen. Veelal zijn die kleiner dan de huidige woning (wat juist de wens is), maar bijna altijd (flink) duurder. Uit eigen ervaring weet ik dat verhuizen in de eigen buurt van eengezinswoning (120m2) naar nieuw gebouwd appartement (60m2) een huurstijging van 25% met zich mee zou brengen. Kleiner gaan wonen voor meer geld op dezelfde plek? Dat doet niemand. Wij dus ook niet. Dus ontzeg ik tot aan mijn dood, maar met flinke tegenzin, een startend gezin een stedelijke eengezinswoning.
En dwing datzelfde gezin te vertrekken uit de stad. Uit recent onderzoek van Onderzoek, Informatie en Statistiek blijkt dat meer gezinnen dan voorheen Amsterdam verlaten. De onderzoekers vonden dat de reden daarvoor is dat de wens groter te gaan wonen (gezinsuitbreiding) in Amsterdam niet gehonoreerd kan worden. Ze verkiezen als second best stedelijke milieus op goed bereikbare plekken in steden in de buurt van Amsterdam (Utrecht, Haarlem, in mindere mate Zaandam). En als dat niet lukt, tsja, dan als third best maar suburbane plekken, maar wel met goede verbindingen met Amsterdam. Ondanks de groeiende uitstroom van gezinnen in Amsterdam neemt het aantal gezinnen in de stad nog steeds toe (OIS 2019, Gezinnen in de stad. Gaan ze weg of blijven ze?).
Toch berust volgens De Zeeuw het feit dat gezinnen in de stad willen blijven op een groot (tweede) misverstand. Want, “onder alle soorten huishoudens blijven grote woningen in suburbane buurten ongekend (sic!) populair”. Waar haalt de goede man het vandaan?
Het derde misverstand in de ogen van De Zeeuw is dat hoogbouw een mogelijkheid is om de stad te verdichten. Daarover is de laatste tijd al genoeg geschreven en gedebatteerd. Ik ga daar verder niet diep op in, maar dat hoogbouw adepten “eenzelfde fout herhalen die bij de bouw van de Bijlmermeer is gemaakt”, is een bedrieglijke redenering. Het falen van de Bijlmer is niet het gevolg van hoogbouw, maar van de stedenbouwkundige structuur: functiescheiding in extremis.
Functiescheiding die ook kenmerkend is voor de tuinstad gedachte. Toch wil Friso de Zeeuw “nieuwe tuinstadjes maken, waarin woningen mooi verweven zijn met het landschap”. Dat wordt in zijn ogen de ontwerpopgave voor de toekomst.Jane Jacobs draait zich onrustig om in haar graf, Paul Krugman legt het hoofd in de schoot. Bijzonder spijtig voor al die verschillende huishoudens die naarstig op zoek zijn naar een passende woning in de stad.
Weet je Monique, als je niets doet gebeurt er ook niets…
Het helpt natuurlijk geen mallemoer om een deels leegstaand megaproject in een stad met bovenmatig veel laagstand te bouwen, wat gespeend is van functionaliteit en stedenbouwkundige kwaliteit. Huisman een architect? Alsof je Sven Cramer opstelt als spits van Barcelona Football Club………Doordrenkt van prestige, dit overbodige plan. Verder zal dat Mijnwater als energiemonopolie ook niet echt helpen. Pure geldverkwisting!
Komt nog bij dat de ontsluiting met de zuidzijde van de stad er niet komt omdat de beoogde hotelbelegger geen cent te makken heeft en het als doorverkoopobject heeft aangekocht met een lege B.V..
Amsterdam is uniek om zijn scheggen en wordt daar terecht voor geprezen. Niet aan morrelen zou ik zeggen. Of volkstuinen daar in thuishoren is inderdaad een terechte vraag. Maar dat betekent toch niet dat je die ruimte direct moet volbouwen? Natuurlijk blijft Groengebied Amstelland om de hoek liggen, maar toch ook weer iets verder en de verbinding wordt weer zwakker. Een groene Scheg die tot diep de bebouwing van Amsterdam in loopt heeft ongekende waarden. Toen ik in de Afrikaander buurt woonde kon ik langs de Amstel binnen tien minuten naar een boer fietsen voor verse melk. Onderweg reed ik door het groen en vergat de drukte van de stad terwijl ik de weidevogels hoorde. Amsterdam een stad die verbonden is met de veenweiden er omheen. Onbetaalbaar. Probeer dat beeld in stand te houden.
Zou je niet eerst eens gaan kijken voor je dit soort dingen over Amstelglorie schrijft? 40% van het park is openbaar, het heeft reeds meerdere buurtfuncties en of het natuur is?? Ga eens kijken.
U draait de zaken om: De buurten rond de Van Woustraat zijn geen succes “dankzij de drukte van de Van Woustraat”, maar “ondanks de drukte van de Van Woustraat”.
Als je op de kaart de groene scheg bekijkt zie je dat in de loop van vele jaren de groene scheg langzaamaan is opgeknabbeld (Overamstel 1 en Amstelkwartier).. Amstelglorie is nu met het Oeverbos de kop van de Amstelscheg geworden. Die kop afhakken is een doodzonde. Ook doet de stelling afbreuk aan de sociale functie van het volkstuinieren dat daar al 65 jaar plaats vindt en de populariteit van de bevolking (want de wachtlijst is met zo groot als het aantal tuinen). Dus afblijven van Amstelglorie.
Ja, de natuur met biodiversiteit in de Amstelscheg is inderdaad niet zo maar vervangbaar, zeker niet door een monotoon strookje kaalgeschoren gras evenwijdig aan de Amstel zoals op de foto hierboven te zien is.
Dat de Van Woustraat/Rijnstraat in bovenstaande tekst wordt bejubelt als prettige rustige voorbeeldstraat is mij een raadsel. De verkeerssituatie is zo problematisch dat de gemeente Amsterdam deze straat al jaren aan het verbeteren is. Het is een drukke straat met een tram en veel soorten verkeer. Tot de Utrechtsebrug is de straat onderdeel van Plus net fiets en over de brug Plus net auto.
Ik mis onderbouwing van de bewering dat het Volkstuincomplex Amstelglorie een rare groene vlek zou zijn.
Wat ik mij afvraag is waarom er niet rondom de volkstuin parken wordt gebouwd. Je kan de complexen iets meer als een park inrichten met hier en daar een verblijfruimte en ze als park incorporeren. Jeanine Bret.
Mooi Jos, ik heb ook van Jacques’ colleges genoten.
Over Heerlen gesproken.
Toevallig een stukje station gezien… Verbaasd verwonderd!!!
Niet veel tijd.maar kwam bewust
een keer terug om te kijken.
En was erg onder de indruk over
Zo veel schoonheid prachtig.
Ging zitten op het oude café dat er mooi verzorgd uit zag, en genoot, al pratende met enkele toevallige medebewonderaars.
Daarna wandelend door de straat
Waar etalages en niets er verzorgd uit zag waar een onderneemster mij bijna kwaad
aan keek om dat ik het waagde
Het station mooi te vinden.
Dat was 2019 20 ik weet niet hoe het nu is???
Maar ik hoop nog vaak zoiets moois te zien wat m’n hart raakt.
Jaren geleden woonde ik nog in Heerlen. Toen al wist je dat het maankwartier er koste wat kost zou moeten komen. Lang voordat de crisis begon. Een prestige kwestie? Laten we hopen dat het Heerlen een stapje verder brengt. Ik betwijfel het!