Amsterdam zien, Holland ontdekken, Underground ondergaan: IBA Parkstad moet een Nederlandse Internationale Bauausstellung worden

Amsterdam zien, Holland ontdekken, Underground ondergaan: IBA Parkstad moet een Nederlandse Internationale Bauausstellung worden

(verscheen eerder in ROmagazine 16 juli 2014)

 

IBA Emscherpark (1990 – 1999) heeft een overweldigende indruk op me gemaakt. Dit heeft zeker te maken met mijn wortels in het glooiende Limburgse landschap en zijn mijnbouwverleden. Maar bovenal, dit indrukwekkende cultureel, architectonisch, ecologisch en economisch revitaliseringproject in het Ruhrgebied, krimpregio avant la lettre, kantelde mijn perceptie van dit brongebied van het West-Europese Wirtschaftswunder. Na mijn eerste bezoek midden jaren ’90 heb ik deze plek elk jaar meerdere malen herbezocht. Daarna ook ander IBA’s gevolgd en bekeken.

Ik raakte dan ook in vervoering toen ik hoorde van IBA Parkstad (de eerste IBA buiten Duitsland) die de krimpende Oostelijke Mijnstreek, motor van de Wederopbouw, weer met trots moet gaan vervullen. Ook vanwege mijn betrokkenheid bij ‘Amsterdam Verantwoordelijke Hoofdstad’, waarin de hoofdstad met Sluis, Delfzijl en Heerlen de problematiek van krimpregio’s analyseert en naar mogelijke interventies zoekt, reisde ik vrijdag 27 juni af naar Kerkrade om de opening van IBA Parkstad bij te wonen. Die was in een kerk buiten dienst in de wijk Heilust, waarmee direct duidelijk werd gemaakt waarom een IBA in dit deel van Nederland nodig is: de situatie is er ruimtelijk, economisch en sociaal vrij hopeloos.

Een inspirerend betoog van minister Timmermans, geboortige Limburger. Warme tromboneklanken uit de traditierijke Limburgse fanfarecultuur. De door mij bewonderde Jo Coenen, ook een Limburger, als directeur. Prachtig!

Maar hier wordt ook een eerste valkuil zichtbaar: de Limburgse geslotenheid. IBA Parkstad is weliswaar in Limburg, maar niet voor de Limburgers alleen. Gooi op zijn minst de poorten naar Luik, Hasselt en Aken open. Beter nog, nodig internationale architecten of planners uit. Hou het niet klein, maak het groots! Internationale Bauausstellung. Ook uit Detroit en Taipei valt veel kennis en creativiteit te halen.

Een tweede valkuil is de afwezigheid van industrieel erfgoed. In Limburg zijn de industriële complexen direct na de mijnsluiting ab sofort gesloopt. Geen te transformeren imponerende complexen als Zeche Zollverein in Essen of de mijnen Waterschei en Winterslag in Genk. Een miscalculatie van de eerste orde, al heeft het geen zin daarover te blijven mekkeren.

 

genk

mijn Winterslag, Genk

In feite is IBA Emscherpark achteraf gezien ook wel een makkie geweest. Leer van die Limburgse blunders, dachten de geniën Karl Ganser (architect) en Christoph Zöpel (bestuurder), en laat vooralsnog al die complexen staan. De renaturalisatie van de rivier de Emscher was een pars pro toto voor de herstructurering van de wegroestende industriecomplexen. Vele nieuwe (culturele en technologische) ideeën en vooral heel veel geld hebben geleid tot mondiale parels als Zeche Zollverein en Landschaftspark Duisburg Nord. Additionele vergroening van deze zwarte vlek in Duitsland deed de rest.

Maar IBA Parkstad heeft het een stuk moeilijker. Geen industrieel erfgoed, obligate vergroening met nota bene het concurrerende groene cultuurlandschap Mergelland aangrenzend, veel minder geld, en veel minder inwoners. Dan is het niet zo gek dat bij de kick off geen visie werd gepresenteerd. Exemplarisch was de inaugurale rede van directeur Jo Coenen: toch nog net iets te onsamenhangend en zonder duidelijke richting. De Tilburgse hoogleraar en Maastrichtenaar Hans Mommaas, vrijetijdsexpert par excellence en ambassadeur van IBA Parkstad, wist het ook niet precies. Een enkele mijn openstellen zoals in het aangrenzende Waalse Blegny schijnt onmogelijk omdat de Nederlandse mijnen allemaal zijn volgelopen met water. Zou het werkelijk?

Dus wat te doen? In elk geval geen ‘vergroening’ als Leitmotiv. Ophouden! Nog nooit heeft vergroening alléén een plek in misère er bovenop geholpen. Bovendien, zo mooi als het Mergelland wordt Parkstad nooit meer.

Wat is het comparatieve voordeel van Parkstad? Underground! Met deze door de Amsterdamse planologe Margreet Leclercq (eveneens van Limburgse origine) gemunte term slaat zij de spijker op de kop. Met Dutch Underground verwijst ze naar de ondergrondse arbeid in de Nederlandse mijnstreken. De Limburgse mijnbouw is voor Nederland weliswaar uniek, maar niet voor deze Europese regio. Wel uniek is dat er in het landschap nagenoeg niets meer van te herkennen is, in tegenstelling tot het Ruhrgebied en Belgisch Limburg. Verbeeld die ondergrondse historie op maaiveld! Daag kunstenaars, ontwerpers en historici uit deze geschiedenis opnieuw vorm te geven!

Met Dutch Underground verwijst Leclercq ook naar de rijke en unieke muziekhistorie van de jaren ’60 en‘ 70 toen de in Brunssum gelegerde Amerikaanse soldaten zorgden voor swing, funk en jazz in de Heerlense cafés. Er ligt in die streken nog steeds een verborgen en in traditionalisme verzakkende muzikale infrastructuur van harmonieën, fanfares en Wereld Muziek Concours. Een (inhoudelijke) revitalisering van deze infrastructuur op nieuwe en steeds weer andere locaties ligt voor de hand.

Leclercqs Dutch Underground verwijst ook naar het voor Nederland en de grensstreek unieke ruige uitgaanscircuit in de Heerlense regio in die tijd, waarbij dat van Amsterdam maar schril afstak. Discotheken als Femina waren beroemd en berucht. Het grote Pinkpop is daarvan een (inmiddels mainstream) gevolg. Ook die infrastructuur kan als katalysator dienen om aan de groeiende behoefte aan festivals met een rauw randje te kunnen voldoen (zie NRC Handelsblad van 11 juli). Juist in Parkstad, het rauwe randje van Nederland bij uitstek. Ruw landschap en veel lege kantoren, winkels, woningen en zelfs buurten. En als er een melting pot in Nederland bestaat dan is dat de Oostelijke Mijnstreek met zijn gemengde en geassimileerde bevolking van voor een groot deel Poolse, Hongaarse, Oekraïense, Duitse en Sloveense origine. Tenslotte, met underground duidt Leclercq ook waarmee Heerlen en omstreken zich onderscheiden van het zoetere en ‘romantische’ Maastricht. Daarmee flikkert opeens een uniek toeristisch arrangement op: Historisch en mondain Maastricht – Mergelland – Edge City Heerlen

In de Oostelijke Mijnstreek is qua leisure wel het een en ander te doen: een van de grootste indoor skibanen, Mondo Verde en nog zo het een en ander. Maar het zijn solitairen. Ze hangen, net als het landschap, als los zand aan elkaar. Onder het motto Dutch Underground zouden vergeten en verbrokkeld landschap, de ijle agglomeratie, verborgen kunst (denk bijvoorbeeld aan het oeuvre van architect Frits Peutz), vastgeroeste cultuur en belegen vrijetijd door unieke product-marktcombinaties en verfrissend hergebruik van de leegstaande bedrijven, winkelstraten en wijken, tot een nieuwe economie kunnen uitgroeien. Want dat is waar het in een Internationale Bauausstellung uiteindelijk om gaat: economische revitalisering en een (weer) trotse bevolking.

Dat is de uitdaging waar Jo Coenen zich voor gesteld moet zien, en waarmee hij de Maastrichtse, nee Nederlandse, nee euregionale Kunstacademies, Conservatoria, Technische Hogescholen, ontwerpbureaus, ontwikkelaars en Einzelgänger moet stimuleren. Het vizier van deze instituten, visionairen en ook (niet alleen) hoofdstedelijke ambtenaren moet de komende tien jaren gericht zijn op Underground in de Oostelijke Mijnstreek. De streek en de mensen daar zijn het waard (de kolen zijn immers nog niet afbetaald), de ligging biedt potentie (centraal Europees), en de plek is goed ontsloten via een dicht stelsel van autosnelwegen en het kwijnende Maastricht-Aachen Airport. De euregionale openbaar vervoer-connectiviteit verdient overigens behoorlijk wat aandacht.

Laat dat ook doordringen tot de Limburgse journalistiek en de elitaire Nederlandse kranten. Zo zweeg bijvoorbeeld NRC Handelsblad  hooghartig in alle talen. Ongelooflijk! Men heeft geen benul wat een IBA kan betekenen: Dutch Underground is de Emscher van IBA Parkstad.

 

http://www.iba-parkstad.nl/

 


Monique.Amkreutz schreef:

Jaren geleden woonde ik nog in Heerlen. Toen al wist je dat het maankwartier er koste wat kost zou moeten komen. Lang voordat de crisis begon. Een prestige kwestie? Laten we hopen dat het Heerlen een stapje verder brengt. Ik betwijfel het!

André schreef:

Weet je Monique, als je niets doet gebeurt er ook niets…

Het helpt natuurlijk geen mallemoer om een deels leegstaand megaproject in een stad met bovenmatig veel laagstand te bouwen, wat gespeend is van functionaliteit en stedenbouwkundige kwaliteit. Huisman een architect? Alsof je Sven Cramer opstelt als spits van Barcelona Football Club………Doordrenkt van prestige, dit overbodige plan. Verder zal dat Mijnwater als energiemonopolie ook niet echt helpen. Pure geldverkwisting!

Komt nog bij dat de ontsluiting met de zuidzijde van de stad er niet komt omdat de beoogde hotelbelegger geen cent te makken heeft en het als doorverkoopobject heeft aangekocht met een lege B.V..

Amsterdam is uniek om zijn scheggen en wordt daar terecht voor geprezen. Niet aan morrelen zou ik zeggen. Of volkstuinen daar in thuishoren is inderdaad een terechte vraag. Maar dat betekent toch niet dat je die ruimte direct moet volbouwen? Natuurlijk blijft Groengebied Amstelland om de hoek liggen, maar toch ook weer iets verder en de verbinding wordt weer zwakker. Een groene Scheg die tot diep de bebouwing van Amsterdam in loopt heeft ongekende waarden. Toen ik in de Afrikaander buurt woonde kon ik langs de Amstel binnen tien minuten naar een boer fietsen voor verse melk. Onderweg reed ik door het groen en vergat de drukte van de stad terwijl ik de weidevogels hoorde. Amsterdam een stad die verbonden is met de veenweiden er omheen. Onbetaalbaar. Probeer dat beeld in stand te houden.

e van hagen schreef:

Zou je niet eerst eens gaan kijken voor je dit soort dingen over Amstelglorie schrijft? 40% van het park is openbaar, het heeft reeds meerdere buurtfuncties en of het natuur is?? Ga eens kijken.

Harrie schreef:

U draait de zaken om: De buurten rond de Van Woustraat zijn geen succes “dankzij de drukte van de Van Woustraat”, maar “ondanks de drukte van de Van Woustraat”.

Joop Moes schreef:

Als je op de kaart de groene scheg bekijkt zie je dat in de loop van vele jaren de groene scheg langzaamaan is opgeknabbeld (Overamstel 1 en Amstelkwartier).. Amstelglorie is nu met het Oeverbos de kop van de Amstelscheg geworden. Die kop afhakken is een doodzonde. Ook doet de stelling afbreuk aan de sociale functie van het volkstuinieren dat daar al 65 jaar plaats vindt en de populariteit van de bevolking (want de wachtlijst is met zo groot als het aantal tuinen). Dus afblijven van Amstelglorie.

Ja, de natuur met biodiversiteit in de Amstelscheg is inderdaad niet zo maar vervangbaar, zeker niet door een monotoon strookje kaalgeschoren gras evenwijdig aan de Amstel zoals op de foto hierboven te zien is.

Dat de Van Woustraat/Rijnstraat in bovenstaande tekst wordt bejubelt als prettige rustige voorbeeldstraat is mij een raadsel. De verkeerssituatie is zo problematisch dat de gemeente Amsterdam deze straat al jaren aan het verbeteren is. Het is een drukke straat met een tram en veel soorten verkeer. Tot de Utrechtsebrug is de straat onderdeel van Plus net fiets en over de brug Plus net auto.

Ik mis onderbouwing van de bewering dat het Volkstuincomplex Amstelglorie een rare groene vlek zou zijn.

J. Bret schreef:

Wat ik mij afvraag is waarom er niet rondom de volkstuin parken wordt gebouwd. Je kan de complexen iets meer als een park inrichten met hier en daar een verblijfruimte en ze als park incorporeren. Jeanine Bret.

Willem Boterman schreef:

Mooi Jos, ik heb ook van Jacques’ colleges genoten.

Agnes schreef:

Over Heerlen gesproken.
Toevallig een stukje station gezien… Verbaasd verwonderd!!!
Niet veel tijd.maar kwam bewust
een keer terug om te kijken.
En was erg onder de indruk over
Zo veel schoonheid prachtig.
Ging zitten op het oude café dat er mooi verzorgd uit zag, en genoot, al pratende met enkele toevallige medebewonderaars.
Daarna wandelend door de straat
Waar etalages en niets er verzorgd uit zag waar een onderneemster mij bijna kwaad
aan keek om dat ik het waagde
Het station mooi te vinden.
Dat was 2019 20 ik weet niet hoe het nu is???
Maar ik hoop nog vaak zoiets moois te zien wat m’n hart raakt.


Geef een reactie

Uw e-mail adres wordt niet gepubliceerd