Rem Koolhaas en de teloorgang van het platteland

verscheen eerder op ROMagazine.nl

Het anti-stad denken heeft er een protagonist bij, en wel niemand minder dan de Nederlandse sterarchitect Rem Koolhaas. Hij hield in Buitenhof van afgelopen zondag een niet heel gemakkelijk te volgen verhaal over de teloorgang en verandering van het platteland. Met dat platteland is iets aan de hand, dat zeker. Maar het discours onderbouwen door stedelingen te omschrijven als losers en plattelanders als winners omdat stedelingen zo dom zijn dicht op elkaar te kruipen, zegt vooral iets over het mensbeeld van Koolhaas en andere modernisten. Dat mensbeeld is niet fraai.  Ik schreef eerder al dat Le Corbusier de inwoners van zijn stedenbouwkundige ontwerpen minachtte. De ‘Nieuwe Mens’ moest en zou zich gedragen zoals het de grote bouwmeester behaagde, niet alleen in werktijd, ook in de vrijetijd (Terug naar de stad). Geldt dat niet ook voor Koolhaas, afgaande op zijn statement? Dat zou niet alleen inhumaan zijn, het is in onze (westerse) tijden met optimale keuzevrijheid en keuzemogelijkheden onwerkbaar, frustrerend en uitermate remmend.

Het mensbeeld zegt ook iets over de realiteitszin van deze grootheden. Het gaat immers geheel voorbij aan de basale sociale en economische motieven die ten grondslag liggen aan menselijk gedrag. Onze drijfveren zijn immers het zorgen voor nageslacht en overleven om die zorg zo goed mogelijk te laten verlopen. Daarvoor hebben we andere mensen nodig en werk. Sandra Heerma van Voss zei het ooit heel mooi: “Een gevuld hart en een gevulde dagindeling, dat lijkt nog altijd het recept voor een aangenaam leven. Als die ontbreken ligt frustratie op de loer”. Essentieel hierbij is dat zowel in de biologie als in de economie diversiteit een bewezen en noodzakelijk voorwaarde is voor succes. Het gezondste nageslacht komt voort uit een gevarieerde populatie, en economische innovaties en banengroei ontstaan in een milieu waar veel en verschillende ideeën tegen elkaar opbotsen. Dus: in de stad moet je zijn. Zijn stedelingen dan losers? Flauwekul natuurlijk.

Door zijn mensbeeld en gebrek aan realiteitszin heeft Koolhaas zich al eens eerder weergaloos vergaloppeerd door in de jaren ’90 de openbare ruimte dood te verklaren. Door de digitalisering van de samenleving zouden steden ontvolken (want iedereen wil in een hutje op de hei wonen) en face to face contacten in de openbare ruimte zouden overbodig worden. Dat bleek uiteindelijk toch bitter tegen te vallen. Kortom, Koolhaas kakelt als een dwalend orakel.

In geografische termen: de stad is in trek omdat het aanbod van banen groot en veelzijdig is, de kans op interactie omvangrijk en gevarieerd is, en het groeiende cultureel kapitaal op velerlei wijzen verzilverd kan worden. Het platteland stroomt in rap tempo leeg. Een recente wandeling door mijn geboortestreek bood mij een prachtig gecultiveerd landschap, met de buiten haar oevers getreden Maas, met kale bomen overdressed door maretak, prachtige (maar gesloten) mergelstenen kerken, ontroerende vergezichten over de Belgische Kempen, (gesloten) intieme horecagelegenheden. Dat alles “completely surrounded with no people”!

Is dat erg? Enigszins, want ik werd er droef en sentimenteel van. Maar is dat geen vals sentiment? Jongeren trekken massaal weg. Ik heb diepe bewondering voor de dochter van een oude schoolvriend van mij uit mijn geboortedorp die in Amsterdam politicologie studeert, lid is van een Limburgse gemeenteraad, daar op een haar na wethouder werd na de laatste verkiezingen, en lid is van de plaatselijke fanfare om de ooit bloeiende dorpscultuur nieuw leven in te blazen. Ze reist zich suf, want haar geboortedorp en haar moedertaal zijn haar lief (evenals de kosmopolitische stad). Maar het is zwemmen tegen de tsunami in.

Is krimp op het platteland erg? Op persoonlijk niveau ongetwijfeld. Krimp vermindert immers de ontplooiingskansen ter plekke. Maar macro-economisch niet, zo leert Moretti ons in The New Geography of Jobs. Bovendien, ook de ecologische voetafdruk wordt door verdichte steden minder. Veel meer mensen wonen op een kleiner oppervlak en ruimen het veld voor natuurontwikkelingen in de periferie.

Maar wat moeten we dan met het platteland? De econoom Edward Glaeser (Triumph of the City) adviseert  te investeren in mensen, niet in (achterstands)gebieden. Dat betekent: uitstekende scholing ter plekke als voorbereiding op (stedelijke) migratie, het toegankelijker maken van de stedelijke woningmarkt (dus niet ‘Amsterdam voor de Amsterdammers’ of ‘Eindhoven voor de Eindhovenaren’), passende voorzieningen voor de noodzakelijke achterblijvers, en noodzakelijk onderhoud aan cultuurhistorische rijkdommen. Dat laatste kan alleen in een florerende (stedelijke) economie. Die betaalt de rekeningen.


Monique.Amkreutz schreef:

Jaren geleden woonde ik nog in Heerlen. Toen al wist je dat het maankwartier er koste wat kost zou moeten komen. Lang voordat de crisis begon. Een prestige kwestie? Laten we hopen dat het Heerlen een stapje verder brengt. Ik betwijfel het!

André schreef:

Weet je Monique, als je niets doet gebeurt er ook niets…

Het helpt natuurlijk geen mallemoer om een deels leegstaand megaproject in een stad met bovenmatig veel laagstand te bouwen, wat gespeend is van functionaliteit en stedenbouwkundige kwaliteit. Huisman een architect? Alsof je Sven Cramer opstelt als spits van Barcelona Football Club………Doordrenkt van prestige, dit overbodige plan. Verder zal dat Mijnwater als energiemonopolie ook niet echt helpen. Pure geldverkwisting!

Komt nog bij dat de ontsluiting met de zuidzijde van de stad er niet komt omdat de beoogde hotelbelegger geen cent te makken heeft en het als doorverkoopobject heeft aangekocht met een lege B.V..

Amsterdam is uniek om zijn scheggen en wordt daar terecht voor geprezen. Niet aan morrelen zou ik zeggen. Of volkstuinen daar in thuishoren is inderdaad een terechte vraag. Maar dat betekent toch niet dat je die ruimte direct moet volbouwen? Natuurlijk blijft Groengebied Amstelland om de hoek liggen, maar toch ook weer iets verder en de verbinding wordt weer zwakker. Een groene Scheg die tot diep de bebouwing van Amsterdam in loopt heeft ongekende waarden. Toen ik in de Afrikaander buurt woonde kon ik langs de Amstel binnen tien minuten naar een boer fietsen voor verse melk. Onderweg reed ik door het groen en vergat de drukte van de stad terwijl ik de weidevogels hoorde. Amsterdam een stad die verbonden is met de veenweiden er omheen. Onbetaalbaar. Probeer dat beeld in stand te houden.

e van hagen schreef:

Zou je niet eerst eens gaan kijken voor je dit soort dingen over Amstelglorie schrijft? 40% van het park is openbaar, het heeft reeds meerdere buurtfuncties en of het natuur is?? Ga eens kijken.

Harrie schreef:

U draait de zaken om: De buurten rond de Van Woustraat zijn geen succes “dankzij de drukte van de Van Woustraat”, maar “ondanks de drukte van de Van Woustraat”.

Joop Moes schreef:

Als je op de kaart de groene scheg bekijkt zie je dat in de loop van vele jaren de groene scheg langzaamaan is opgeknabbeld (Overamstel 1 en Amstelkwartier).. Amstelglorie is nu met het Oeverbos de kop van de Amstelscheg geworden. Die kop afhakken is een doodzonde. Ook doet de stelling afbreuk aan de sociale functie van het volkstuinieren dat daar al 65 jaar plaats vindt en de populariteit van de bevolking (want de wachtlijst is met zo groot als het aantal tuinen). Dus afblijven van Amstelglorie.

Ja, de natuur met biodiversiteit in de Amstelscheg is inderdaad niet zo maar vervangbaar, zeker niet door een monotoon strookje kaalgeschoren gras evenwijdig aan de Amstel zoals op de foto hierboven te zien is.

Dat de Van Woustraat/Rijnstraat in bovenstaande tekst wordt bejubelt als prettige rustige voorbeeldstraat is mij een raadsel. De verkeerssituatie is zo problematisch dat de gemeente Amsterdam deze straat al jaren aan het verbeteren is. Het is een drukke straat met een tram en veel soorten verkeer. Tot de Utrechtsebrug is de straat onderdeel van Plus net fiets en over de brug Plus net auto.

Ik mis onderbouwing van de bewering dat het Volkstuincomplex Amstelglorie een rare groene vlek zou zijn.

J. Bret schreef:

Wat ik mij afvraag is waarom er niet rondom de volkstuin parken wordt gebouwd. Je kan de complexen iets meer als een park inrichten met hier en daar een verblijfruimte en ze als park incorporeren. Jeanine Bret.

Willem Boterman schreef:

Mooi Jos, ik heb ook van Jacques’ colleges genoten.

Agnes schreef:

Over Heerlen gesproken.
Toevallig een stukje station gezien… Verbaasd verwonderd!!!
Niet veel tijd.maar kwam bewust
een keer terug om te kijken.
En was erg onder de indruk over
Zo veel schoonheid prachtig.
Ging zitten op het oude café dat er mooi verzorgd uit zag, en genoot, al pratende met enkele toevallige medebewonderaars.
Daarna wandelend door de straat
Waar etalages en niets er verzorgd uit zag waar een onderneemster mij bijna kwaad
aan keek om dat ik het waagde
Het station mooi te vinden.
Dat was 2019 20 ik weet niet hoe het nu is???
Maar ik hoop nog vaak zoiets moois te zien wat m’n hart raakt.


Geef een reactie

Uw e-mail adres wordt niet gepubliceerd